archiveren

Tagarchief: paard

Sinds een jaar of twee ben ik behoorlijk gegrepen door Wrekmeister Harmonies. Op het snijvlak van folk, postrock en metal is het katharsis voor de vuile ziel en schoonheid voor de geest. De band heeft het eerder aangedurfd om Is dit een mens van Primo Levi in muziek te vangen, en nu brengen ze met The Alone Rush een album vol duistere berusting. Dit is nergens vrolijk, maar als ze dan tweemaal komen spelen, in mijn woonstad en mijn werkstad, weet ik wel waar ik moet zijn!

20180516_212151Op woensdag speelt Wrekmeister Harmonies in Het Paard in Den Haag, op donderdag als onderdeel van Doomstad #4 in Ekko in Utrecht. Ekko is volle bak, wellicht ook vanwege het navolgende Wiegedood, in het Paard moeten we het doen met een man of zestig. De sets zijn vergelijkbaar, maar in de setting van Utrecht iets korter. Je kunt ook zeggen: de set in Den Haag is nogal kort. Maar bij Wrekmeister Harmonies is dat de essentie niet. Want die zit in de enorme intensiteit van wat we voorgeschoteld krijgen, muziek die je totaal moet beleven en ondergaan. Ik weet dus mijn plekje vlak voor het podium.

Op de jongste plaat zingt JR Robinson meer dan op alle voorgaande platen bij elkaar, met een timbre dat het midden houdt tussen Andrew Eldritch en Michael Gira. Bij de eerste luisterbeurten bekroop me daarom nogal een old school gothic gevoel, maar met de tijd opent de plaat zich steeds meer. Violiste en multi-instrumentaliste Esther Shaw is het tweede lid van de band. Zij weeft prachtige melodieën door de ijzige duisternis. Deze week is ook drummer Murph mee op tour. Hij vervangt Thor Harris (Swans) en doet dat bijzonder vaardig, want hij geeft live precies die laag die op plaat soms ontbreekt. Zover ik kan overzien volgt het concert (in elk geval de eerste avond) de opbouw van The Alone Rush. En dan ontvouwt het zich in volle schoonheid.

20180516_212438Wrekmeister Harmonies geeft tweemaal een intens mooie set. Met A 300 year old slit throat begint het rustig, op plaat is dat wat langdradig, maar live is het een essentieel nummer om ons het universum in te trekken. Descent into blindness geeft vol ruimte aan het mooie vioolspel van Shaw, om met ogen dicht te luisteren. Hier maakt het wel uit of je tussen het gerichte publiek van het Paard staat of tussen de gasten van Doomstad. Het nummer explodeert in prachtige dramatiek.

De band staat er om bekend de afzonderlijke nummers door te trekken tot één lange set. Dat is nu niet en Robinson neemt tussendoor met opgeheven armen en roepend het applaus in ontvangst, alsof het concert voor hemzelf ook een reiniging van de ziel is. Robinson neemt gelegenheid voor een aankondiging van Forgive yourself and let go: het begint rustig, wordt dan ‘rather noisy’, en eindigt ‘terrifying’, want vergeving is niet pijnloos. En die route neemt Wrekmeister Harmonies, in een kwartier lange catharsis, niet alleen voor ons, maar schijnbaar ook voor Robinson zelf,  die stampt op het podium, zijn gitaar mishandelt, hij schreeuwt het uit, hij tiert en schmiert. Allemachtig, wat een vagevuur. The Alone Rush rondt het optreden in grote intensiteit af. Echt prachtig om de bewondering van drummer Murph te zien voor het wonderschone vioolspel van Shaw.

20180516_212424

Twee keer Wrekmeister Harmonies, is dat niet teveel van het goede? Welnee, hier zit geen enkele limiet op. De eerste avond in Het Paard springt er uit, met publiek dat speciaal hiervoor komt en uitstekend geluid. De tweede avond is lastiger, vooral door het werkelijk abominabel slechte geluid in Ekko. Vooraan is de mix een totale brij, die doordreunt alsof ik in een klankkast sta. Dat is vooral bij het eerste nummer het geval; juist als de meest subtiele mix nodig is verzuipt het in een brij van bas en reverb. Ik vraag me zelfs even af of de band niet zo het podium af zal stappen. Gelukkig wordt het gaandeweg het gaandeweg iets beter (maar zeker niet goed) en speelt de band ook in Utrecht verpletterend goed. Deze avond moeten toch vele zieltjes zijn gewonnen.

Als ik na afloop Robinson bedank voor twee geweldige avonden krijg ik een heerlijk vieze knuffel terug. De melancholie zit diep bij de band, maar het kan de warmte gelukkig niet verdringen.